Duivelshoek.be
Ooievaarsnest
Het Ooievaarsnest bevindt zich in het oosten van de wijk, en loopt van de Biesthoevelaan tot de Doornstraat. Het is geen straat maar een smalle wandelweg voor voetgangers, waar geen verkeer op toegelaten is.
De vermelding van deze straatnaam werd, samen met de wandelweg Renbaanweg, aangebracht in 2002. De naam verwijst naar één van de oudste identificeerbare plaatsnamen van Wilrijk. Deze werd reeds vernoemd in 1278, met benamingen zoals Odeuersnest, Odeuaersnest, Oudevaers nest (1400), Odevaren nest (1444), Oyenveersnest (1538) en Oyenvaers nest (1572). Later vervormde de naam verder naar Oyversnest (1884) en Oversnes (1883). Soms werd de naam Oversnes geïnterpreteerd als "roversnest", maar het verwijst naar alle waarschijnlijkheid wel degelijk naar een ooievaarsnest, dat ook elders buiten Wilrijk als plaatsnaam werd gebruikt.
Het Ooievaarsnest was gelegen nabij de Bist, min of meer tussen de Oudestraat en de Doornstraat (dus ongeveer waar nu de Oversneslaan loopt). Hier werd een hof van plaisantie met dezelfde naam gebouwd, en in de 16de eeuw was de Ooievaartsnest eigendom van een Spaanse koopman genaamd Andreas Manriquez. Het hof werd vervolgens geërfd door drie van zijn vier kinderen, waarvan de laatste Lopez was. Deze had eveneens vier kinderen, maar geen van hen had interesse in het landgoed; één kind was zelden in het land, de anderen werden geestelijken. Zodoende werd de hoeve en de gronden in pacht gegeven aan Hans Franssens.
Tegen het einde van de 16de eeuw was de naam Ooievaarsnest geadopteerd door de omgeving rond het hof. In 1623 werd de eigendom openbaar verkocht aan Jr. Chs. de Santa-Cruz, en de verkoopsovereenkomst omschreef het gebouw als een voormalig huis van plaisantie dat nu erg vervallen was. In 1624 verkocht Santa-Cruz de eigendom weer, in onveranderde staat, aan meester Jacques de Witte, griffier van de Antwerpse weeskamer. Deze overleed in 1631, en zijn vrouw Maria Nutius in 1661. Hun zoon Jacq. Ant. de Witte erfde Ooievaarsnest. Hij overleed in 1688 en zijn vrouw, Anna Catharina Maillart, in 1699.
In de eerste helft van de 18de eeuw was het Ooievaarsnest eigendom van Maria Theresia Charlé, hofmeesteres op het begijnhof te Antwerpen. Zij liet het goed over aan haar zuster, die gehuwd was met Honorius Josephus de Waha. Zodoende kwam het in 1772 in de handen van diens kinderen, die het Ooievaarsnest op hun beurt in 1784 verkochten aan Louis Wellens en zijn vrouw Helena Nicoleta Geelhand. De eigendom bleef in handen van de familie Geelhand tot in de tweede helft van de 19de eeuw. In de 20ste eeuw kwam het via vererving toe aan de familie Van Langendonck-Laplache.
Na de Tweede Wereldoorlog werd een gedeelte van het Oversnesbos gekapt om daar in 1946 een renbaan voor paardenwedstrijden aan te leggen, die ongeveer liep waar nu de Standonklaan en Oversneslaan lopen. Het kasteel werd gesloopt in 1957, en de naam Ooievaarsnest werd door de tijd heen vervormd naar Oversnes, waar de Oversneslaan naar genoemd is.
Bronnen:
https://issuu.com/antwerpen.beweging.net/docs/2016_-_09_wilrijk
Prims, Geschiedenis van Wilrijk, 1952
Van Passen, Toponymie van Wilrijk, 1967